De vermaarde Ton Koopman vierde dit najaar zijn 75e verjaardag en geldt
als een van de laatste grote “oude muziek” pioniers van het eerste uur.
Het jubileumconcert op 4 oktober 2019 in het Muziekgebouw aan ’t IJ in
Amsterdam opende met Bachs cantate BWV 207a ‘Auf, schmetternde Töne der muntern Trompeten – Dramma per musica’, een van de mooiste volgens de jubilerende dirigent, en Haydns Symfonie nr. 98 met een klavecimbelsolo aan het slot. Vervolgens een noemenswaardige uitstap: Koopman dirigeerde het ‘moderne’ meesterwerk ‘Zigeunerlieder’ van Johannes Brahms met pianist Ronald Brautigam als solist.
De grote vlucht die de oude muziek in de 20e eeuw heeft genomen, is voor
een belangrijk deel te danken aan Ton Koopman en zijn Amsterdam Baroque Orchestra and Choir. Koopman (1944) is al sinds zijn studententijd
actief als organist, klavecinist en dirigent. Hij leidde meerdere
generaties barokmusici op, werkte als inspirator van diverse festivals en
evenementen, publiceerde wetenschappelijke werken en onderzocht archieven en bronnen van oude muziek. Wereldwijd is hij al decennia veelgevraagd enhooggewaardeerd door publiek én uitvoerende musici.