Vanaf november 2012 documenteert F. Starik (1959 – 2018) de belevenissen van zijn dementerende moeder. In korte scènes beschrijft hij hoe zij in een verzorgingshuis wordt opgenomen. Samen met de Alzheimer All Stars werd het boek ook muziektheater. (37 minuten)
MOEDER DOEN
_F. Starik & de Alzheimer All Stars_
Saskia Meijs: altviool, Eddie Kuijpers: contrabas, Martin Fondse: composities en toetsen, Tanja van Susteren: dans en hond, Martijn Grootendorst: beeld, F. Starik: tekst en stem.
Muziektheater, zondag 16 november 2014, 16.00 uur, Torpedotheater St. Pieterspoortsteeg 33, Amsterdam. Entree 7,50. reserveren@torpedotheater.nl
_’Deze winter zal ze uitglijden, op dag zal het glad zijn, moeder gaat haar hondje uitlaten, ze breekt haar heup. Ze moet naar het ziekenhuis. Ze zal nooit meer thuiskomen.’_
Eind 2012 begon F. Starik de belevenissen van zijn dementerende moeder in korte, hartverscheurende scènes te documenteren. Niet veel later liet zijn moeder, precies zoals hij al voorvoelde, het hondje uit, het had die nacht gesneeuwd. Eind 2013 verscheen het boek, ‘Moeder doen’. En nu is er de voorstelling.
Drie muzikanten, een danser, een hondje en een vj brengen een ode aan een moeder die het allemaal niet meer weet. Een voorstelling om snel te vergeten!
_’Zo is mijn leven teruggebracht tot het minimaal noodzakelijke. Ik bezoek moeder, of bereid me erop voor om moeder te bezoeken, of ik schrijf op dat ik moeder heb bezocht, of ik lig op de bank en lees een boek om mijn gedachten te verzetten, of ik lig op de bank en kijk een sentimentele film en dan is mijn gezicht na afloop nat van tranen, en dan voel ik me op een duistere wijze toch gesterkt, meegenomen, voor negentig minuten bevrijd uit de tredmolen van mijn gedachten, alsof zich toch een kans aandient om haar te bevrijden, alleen ik zie de kans nog niet, ik kijk verkeerd, ik denk niet goed, ik zie iets over het hoofd, dat kan niet anders.’_
Bio
F. Starik (1958) is schrijver, dichter, zanger en kunstenaar. Hij studeerde aan Rietveld Academie en Rijksacademie, fotografie en mixed media. In 1987 verscheen zijn officiële debuut _Nepvuur_ (In de Knipscheer), spoedig gevolgd door de bloemlezing _Maximaal_. Daarbij richtte hij op de Amsterdamse Rozengracht het Starik Museum van kleine werken op. In 1993 verscheen zijn tot dusver enige roman in briefvorm, _Mijn Leven Als Museum_. In 2000 verscheen _De zwaaiende fietser_ op zestien onopvallende straathoeken in het Amsterdamse stadsdeel Westerpark. Sinds 2002 beheert Starik de Amsterdamse Poule des Doods, een groep dichters van wisselende samenstelling die bij eenzame uitvaarten gedichten schrijft en voordraagt. Het boek daarover, _De eenzame uitvaart_, met daarin een vijfentwintigtal verslagen en de bijbehorende gedichten van de deelnemende dichters, verscheen in 2005 bij uitgeverij Nieuw Amsterdam.
Starik treedt zeer frequent op, zowel solo als met muzikanten, zoals de Willem Kloos Groep, Cor Vos en Desmond Haneveer. Starik is te zien op festivals als Dichter aan huis, Lowlands, De Nacht van de Poëzie en Crossing Border. Hij schrijft veelvuldig poëzie in opdracht. Een aantal jaar geleden werd The Floating Poetry Room opgeleverd, een verblijfsruimte op IJburg van de Iraanse architect Siah Armajani met in het hekwerk een gedicht van zijn hand.
De jury van de Amsterdamprijs voor de Kunst 2009 ‘acht Frank Starik de burgemeester van de achterkant van Amsterdam. Als schrijver, zanger, dichter en beeldend kunstenaar richt hij zijn aandacht op datgene waar de meeste mensen aan voorbij gaan. “Gewone” straten (Staatsliedenbuurt) vormen in zijn werk een rijk van verwondering. Hij heeft in zijn geschreven werk een volstrekt eigen toon, die voortkomt uit een analytische blik die vol mededogen is. Starik ziet alles, noemt de pijnlijkste details, maar veroordeelt niets. Hij viert op die manier de kracht van het ongewone, en laat zien dat er schoonheid schuilt in mislukking. Hij is daarnaast hoofd van de stichting de Eenzame Uitvaart, waarbij hij dichters vraagt een gedicht te schrijven en voor te dragen bij uitvaarten waar anders niemand zou komen opdagen. Stariks grensoverschrijdende activiteiten zorgen ervoor dat hij in zijn beeldende kunst de taal een nieuwe rol geeft en de poëzie een rol geeft die werkelijk ingrijpt in de samenleving, zoals dat gebruikelijker is in de beeldende kunst. Starik geeft collega-dichters een rol die even vreemd en intrigerend is als het werk van deze schrijver, dichter en kunstenaar zelf.’