Toen volgens de overleveringen Mozes zich met de zijnen van de Egyptenaren bevrijd- de door via de Rode Zee de woestijn van de Sinai in te vluchten, was er veel te klagen. Maar ook na de verwoesting van Jeruzalem en de Babylonische ballingschap. Swüste: ‘Het zijn perioden dat het volk zich ‘godverlaten’ voelt, letterlijk en figuurlijk. Vanuit deze rampen klinkt de noodkreet tot God: “Wees aanwezig.” Aan Mozes heeft God zijn naam bekend gemaakt “Ik zal er zijn voor jullie.” De klacht, de bede is: maak die naam dan ook waar!’
Mensen die op de vlucht zijn vind je overal in de wereld en zijn van alle tijden. De weerslag daarvan is in dit programma terug te vinden, met traditionele psalmen van Arabische, Schotse, Armeense en Russische herkomst, een opdrachtwerk van de Liba- nees-Franse componist Zad Moultaka in het Arabisch naast muziek uit de Duitse, Itali- aanse, Engelse, Zweedse, Deense en Amerikaanse psalmcultuur en waarin minstens een millennium omvat wordt.
De hymne van Dmytro Bortnjansky, de Russische tijdgenoot van Beethoven, betreft de oorspronkelijke Russisch-orthodoxe versie van psalm 80 waarin een direct verband gelegd wordt tussen de engelen en de heilige Trinitas. Zo zijn ‘Efraïm, Benjamin en Manasse’ omgebogen tot ‘de levenscheppende drieëenheid’. Omdat het in essentie wel om psalm 80 gaat, maar de andere duiding hier en in de meeste Russisch-orthodoxe teksten onver- mijdelijk is, hebben we deze even als gelijksoortige hymnen van Gretsjaninov en Rach- maninov toch in het programma opgenomen.
Psalm 74 van John Blow is een mooi voorbeeld van de invloed die de strenge renaissancepolyfonie nog tot in de achttiende eeuw heeft uitgeoefend. Van Marenzio zijn vooral zijn bijzondere madrigalen bekend, maar met de archetypische vluchtelingen tekst Super flumina Babylonis heeft hij zichzelf in magnifieke drie-korige polyfonie overtroffen. Scheins psalm 115 is ontleend aan de prachtige bundel Israelsbrünnlein (1623). En ook in de twintigste eeuw moesten miljoenen mensen vluchten voor oorlog en geweld.